In ons profielwerkstuk onderzoeken wij of een huis aardbeving-bestendig gemaakt kan worden met behulp van magneten. In Nederland zijn aardbevingen de laatste tijd niet meer uitzonderlijk, voornamelijk in Groningen is er regelmatig sprake van een aardbeving. Er bestaan al treinen die door middel van magnetisme zweven. We vroegen ons af of het ook mogelijk is om huizen te laten zweven en hiermee de schade aan huizen door aardbevingen te beperken.
De hoofdvraag luidt als volgt: kan een huis aardbeving bestendig gemaakt worden door het te laten zweven door middel van magneten? Om deze vraag te beantwoorden zullen we ook moeten begrijpen wat magnetisme is. Daarnaast moeten we weten welke soorten magneten er allemaal zijn.
Wij denken dat het in theorie mogelijk is om een huis te laten zweven door middel van magnetisme.
Gelijke polen van magneten stoten elkaar af. Dit principe kunnen we gebruiken om een huis te laten zweven. Met een eenvoudige opstelling kan je zien als twee magneten met gelijke pool naar elkaar toe boven elkaar worden gehouden, de bovenste magneet gaat zweven (figuur 1).
Tot zo ver de theorie, nu de praktijk. Om een huis te laten zweven, moet de zwaartekracht van het huis namelijk opgeheven worden door de magnetische kracht. Je hebt hiervoor een sterk genoeg magnetisch veld nodig om dit te kunnen doen.
De massa van een huis is gemiddeld m = 1,1 ⋅ 105 kg. Met dit gegeven kan de zwaartekracht van het huis berekend worden:
De kracht veroorzaakt door de magneet moet groter zijn dan 1,079 â‹… 106 N . Hieruit kun je de magnetische veldsterkte halen:
met I de stroom (in A), l de lengte van de draad (in m) en B de veldsterkte (in T ).
We kunnen niet elke soort magneet gebruiken om een huis te laten zweven. Een supergeleidende magneet werkt bijvoorbeeld alleen bij een heel lage temperatuur. De enige twee soorten die praktisch haalbaar zijn, zijn de permanente magneet en de elektromagneet. Een permanente magneet heeft een maximale veldsterkte van 2 T , wat te weinig is om een huis te laten zweven. Om te proberen een huis te laten zweven, kan je het beste gebruikmaken van elektromagneten (mogelijk in combinatie met een permanente magneet). Door experimenten te doen met een opstelling van twee plateaus, waarvan één permanente magneten bevat en één elektromagneten, kan je berekenen hoe groot het magnetische veld moet zijn om in het echt een huis te laten zweven.
In figuur 2 laten wij de opstelling zien van het experiment. 1 = plateau met permanente magneten, 2 = plateau met elektromagneten, 3 = spoeltjes voor de elektromagneten. Maak twee rasters op de plateaus met 28 magneten (permanent of elektro) met een afstand van ongeveer 1,2 cm. Dit was de maximale afstand waarbij je kon voelen dat de magneetvelden van 2 magneetjes nog net invloed hadden op elkaar. Zorg er hierbij voor dat alle zuidpolen van de permanente magneten tegenover de zuidpolen van de elektromagneten staan. De massa van het plateau met de permanente magneten is mp = 0,308 kg. De massa van het huisje is 0,26 kg. De elektromagneten zijn gemaakt van schroeven, waar een koperen draad omheen is gewikkeld (150 windingen). De lengte van de draad is l = 4,0 m.
Om een magnetisch veld te krijgen dat groot genoeg is om de permanente magneten af te stoten, moet er voldoende stroom door de spoeltjes lopen. Hier hebben we een serie proeven voor gedaan (zonder huisje op het plateau).
We hebben per proef het volgende gevonden:
Doordat we niet de goede apparatuur tot onze beschikking hadden, is het niet gelukt om de plaat volledig te laten zweven. Het maximale wat we konden meten bij de laatste proef was een spanning van 8,0 V en een stroom van 10,75 A in de stroomkring van 3 parallel geschakelde rijtjes. Bij deze spanning en stroom zweefde het plateau (zonder huisje) half zodra we deze loslieten.
Uitgaande van deze gegevens stellen we dat Utot,min = 8,0 V en Itot,min = 10,75 A (≈ 3,58 A per spoeltje). We kunnen nu met behulp van formule 1 en formule 2 berekenen hoe groot het magnetisch veld moet zijn:
Per spoeltje is dit: 3,02⁄28 ≈ 0,108 N . Dit komt neer op een minimale veldsterkte per spoeltje van:
In totaal hebben we 28 ⋅ 7,54 â‹… 10−3 ≈ 0,21 T nodig. Dit kunnen we naar een verhouding omzetten:
Een magnetisch veld van 7,50 ⋅ 104 T is helaas voor ons niet realizeerbaar in de praktijk.
We hebben gevonden dat het onmogelijk is om een huis te laten zweven door middel van magneten, omdat de magneten die je hiervoor nodig hebt te sterk zijn. Dit is niet realizeerbaar in de praktijk.
Ervan uitgaande dat men elektromagneten gebruikt met een veldsterkte tot 20 T , zou je 7,50⋅104⁄20 = 3750 elektromagneten nodig hebben. Een gemiddeld huis is 6 meter breed en 10 meter diep. De gemiddelde oppervlakte van de onderkant van een huis is 6 ⋅10 = 60 m2. Als je 3750 magneten verdeelt over een oppervlakte van 60 m2, dan is de onderlinge afstand tussen de magneten: 60⁄3750 = 0,016 m = 1,6 cm. Met de grootte van het magnetische veld van de magneten is deze afstand niet mogelijk. De magneten onderling op elk plateau zullen dan namelijk veel te veel kracht op elkaar uitoefenen. We kunnen een huis niet laten zweven door middel van magnetisme.